05-21-2004, 11:57 AM
Reactie van bezoeker 'Marco', geïmporteerd van het oude forum:
Beste Lei,
Het mooiste voorbeeld van hele gladde cilinders kan je ontdekken in onder andere de geavanceerde K serie motoren, waar een speciale nikkel/silitiumcarbide laag is aangebracht op het aluminium (Scanimet). Dit extreem slijtvast en heeft een prachtige gladde oppervlakte. Hierdoor is het mogelijk met geringe zuigerspelingen te werken.
De kwaliteit van de smeerolie zorgt er voor dat door de grote adhaesie er voldoende oliefilm blijft bestaan op de oppervlakte van de cilinder en na het "afschrapen" van de olie door de olieschraapveer, dat er geen metallisch contact kan ontstaan tussen de zuigerveren en de cilinderwand.
De zuiger is een iets andere situatie, deze heeft een geringere diameter vanaf de onderkant van de onderste schraapveer tot aan de bovenzijde van de zuigerkop, dus het contact tussen zuiger en cilinder is alleen onder de ondrste zuigerveer, en dan slechts meestal het gedeelte van de werkzijde en de leizijde, dit zijn de gedeelten haaks t.o.v. de zuigerpen.
Dor de oileveer ontstaat er een oilefilm tussen de cilinder en de zuiger, op de gedeelten zojuist beschreven, hier hoeft geen ruwe oppervlakte te zijn, de olie wordt er naartoe geschraapt.
Zuigers kunnen op de slijtvlakken dus onder de zuigerveren en haaks op de zuigerpen worden "opgerekt" om de speling van de zuiger weer volgens de fabrieksspecificatie te brengen.
Vroeger met de gietstalen zuigerveren, moest er wel een inloopproces zijn om te zorgen dat de veren insleten op de zuigerwand. Tegenwoordig zijn de veren voldoende zuiver of zelf voorzien van een chroom oppervlak.
groetjes,
Marco
Beste Lei,
Het mooiste voorbeeld van hele gladde cilinders kan je ontdekken in onder andere de geavanceerde K serie motoren, waar een speciale nikkel/silitiumcarbide laag is aangebracht op het aluminium (Scanimet). Dit extreem slijtvast en heeft een prachtige gladde oppervlakte. Hierdoor is het mogelijk met geringe zuigerspelingen te werken.
De kwaliteit van de smeerolie zorgt er voor dat door de grote adhaesie er voldoende oliefilm blijft bestaan op de oppervlakte van de cilinder en na het "afschrapen" van de olie door de olieschraapveer, dat er geen metallisch contact kan ontstaan tussen de zuigerveren en de cilinderwand.
De zuiger is een iets andere situatie, deze heeft een geringere diameter vanaf de onderkant van de onderste schraapveer tot aan de bovenzijde van de zuigerkop, dus het contact tussen zuiger en cilinder is alleen onder de ondrste zuigerveer, en dan slechts meestal het gedeelte van de werkzijde en de leizijde, dit zijn de gedeelten haaks t.o.v. de zuigerpen.
Dor de oileveer ontstaat er een oilefilm tussen de cilinder en de zuiger, op de gedeelten zojuist beschreven, hier hoeft geen ruwe oppervlakte te zijn, de olie wordt er naartoe geschraapt.
Zuigers kunnen op de slijtvlakken dus onder de zuigerveren en haaks op de zuigerpen worden "opgerekt" om de speling van de zuiger weer volgens de fabrieksspecificatie te brengen.
Vroeger met de gietstalen zuigerveren, moest er wel een inloopproces zijn om te zorgen dat de veren insleten op de zuigerwand. Tegenwoordig zijn de veren voldoende zuiver of zelf voorzien van een chroom oppervlak.
groetjes,
Marco