Na drie jaar heb ik mijn R100RS uit 1977 weer compleet en is de opbouw gestart. Ik ben al een heel eind, maar zit nu met wat vragen over de bedrading. Destijds heb ik wel een tekening gemaakt, maar stom genoeg niet van alle aansluiten opgeschreven waar ze naar toe gaan.
Het schema uit Peters kan me ook niet met alles helpen omdat daar minder draden zijn getekend dan ik op mijn motor heb aangetroffen. Ook zijn sommige kleuren anders. Bijv. de drie draden die van de diodeplaat naar de alternator lopen. Bij mij zijn ze rood, blauw en zwartwit. Volgens Peters zijn ze alledrie zwart. Verder worden er allerlei nummers en cijfers bij de verschillende onderdelen genoemd, maar ook die tref ik niet op mijn onderdelen aan. Behalve de Y, W, V en U op de alternator.
De info op de website die Voorbijganger heeft gepost brengt me ook niet verder. De kleur/functie is mij wel duidelijk, maar welke aansluiting moet ik gebruiken? Overigens wel een leuke die ik van de site heb gehaald: “Two color wires MAY have some related function to the stripe color, or the body color, or both, or neither. “
Maar goed, hier mijn vragen.
Als ik van voren naar de diodeplaat kijk, dan zie ik rechts twee aansluitingen die in een hoek van 90 graden omhoog staan. De linker (en grootste) gaat naar de startmotor (rood). Maar dan de tweede. Daar zat een zwarte draad op. Waar waar gaat die naar toe?
Dan de condensator. Een aansluiting gaat naar de puntjes. De andere (zwart) naar de massa van de bobine. Klopt dat?
Overigens komen beide zwarte draden uit de kabelboom waarvan twee draden (bruin en groen-zwart) naar de twee aansluitingen van de koolborstels gaan.
En tot slot nog een vraag over de massa-aansluitingen. In totaal heb ik drie bruine massadraadjes over. Twee gaan volgens mijn schets naar de diodeplaat (ook niet in Peters getekend). De derde waar moet ik die op aan sluiten?
Alvast bedankt voor jullie hulp,
Arno
11 reacties
Arno
Forum import
frits
Arno
Forum import
Arno
Egbert
Arno
Arno
Egbert